Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [63]Stelt [64]hem [God] [65]in gerustigheid, zo steunt hij daarop; nochtans zijn Zijn [66]ogen op [67]hun wegen. 63. Anders, geeft Hem [God] dat ter gerustheid [dient], waarop hij steunt. 64. Te weten, den goddeloze. 65. Dat is, in welstand dezes levens. 66. Versta, Gods ogen. 67. Te weten, der goddelozen, opdat Hij hen straffe in dit leven, of in het toekomende. Versta door deze wegen hun voornemen, woorden en daden.